Maar iemand rukte in zijn woede de struik uit en smeet hem weg. In de hete oostenwind verdroogden de druiven. Ook de sterke tak verdroogde en werd verbrand.
Maar in toorn werd de wijnstok uit de grond gerukt en neergeworpen. Haar ranken waren geknakt en verdorden door een harde oostenwind, haar vruchten werden verbrand.